Naar Tsjechië.
“Ik hoef er natuurlijk helemaal
niks mee. Zelfs niet over nadenken. Ook niet even een keer uitproberen. Ik
hoef dat allemaal niet te doen. Zelfs als ik erover ga schrijven hoef ik het
nog niet zelf uitgeprobeerd te hebben.”
Zo begon ik ongeveer een jaar
geleden een column in de Poldernimf, het blad van De Poldervlieg. Ik ben al
jaren lid van deze vliegvisclub en ook al jaren lid van de redactie van De
Poldernimf. We hadden op de club net een paar avonden gehad over het vissen
in Tsjechië en dan met name het vissen met zware nimfen en nauwelijks een
vliegenlijn uit je topoog. De leden die er zelf gevist hadden waren voor en
de anderen in zijn algemeenheid tegen. Sommigen hadden aan een masterclass
in Tsjechië meegedaan. Zij konden tenminste uit eigen ervaring vertellen wat
er dan zo bijzonder is aan Tsjechisch nimfen. Zij konden ook aangeven met
welke nimfen je bij voorkeur moest vissen.
Behalve mijn normale assortiment
heb ik ook een doosje met twee kleuren (naturel en olive)
Red Butted Hares Ears gemaakt, oplopend in gewicht. De
zwaarste met een tungsten en een messing kraal.
![]() ![]() ![]() |
Wij zijn met zijn vieren,
Frits, Martin, Hans en ik, een week naar Tsjechië geweest. We wilden niet
meedoen aan een masterclass. Wij houden niet zo van een klas als we gaan
vissen. Liever zoeken we het zelf maar uit. Dat je dan wel eens wat minder
vangt nemen we voor lief. Zolang het aantal vissen de nul niet teveel
nadert, kunnen we allevier heel goed tegen weinig vangen: niets zo erg als
een vismaat die chagrijnig wordt als hij niks vangt.
We zaten een week in
Rusalka
, het langzamerhand in Nederland welbekende pension aan de Kamenice. Na een
voorspoedige reis hebben we in het zonnetje een biertje zitten drinken: de
ontvangst was allerhartelijkst. We waren deze week de enige gasten. Bart en
Borri waren de hele week prima gastheer en –vrouw. Verwacht geen culinaire
hoogstandjes en ’s morgens geen ontbijtbuffet. Wij hadden logies met ontbijt
geregeld en terplekke bedacht dat we ook wel een lunchpakketje wilden
klaarmaken. Was allemaal mogelijk. ’s Avonds gingen we uit eten in een
restaurantje in de buurt. Er was in de week dat wij er waren toch geen
evening rise. Terug in het pension was er bier en slivovitsj en een plek om
de “noodzakelijke?” aanvullingen op ons assortiment vliegen te binden. Er
werd ook nog extra licht geregeld: klasse.
Het vissen was vooral in het
begin nogal moeizaam. De Kamenice leek wel wat op de Ourthe bij Houfalize in
België. Mooi door het bos en bij tijd en wijle snel stromend. Vooral
stroomopwaarts van het pension zitten heel erg mooie stukken rivier. Diepe
poelen afgewisseld met snelle stukken. Verwacht daar geen gemakkelijke
stukken water en ook de kant is nogal steil. Je klautert van de ene poel
naar de andere. De meeste tijd heb ik gevist met een negenvoetshengel voor
een 5/6 lijn. Ik viste er een vijflijn op. Als ik met nimfen viste dan was
de bovenste een zware en de onderste een lichte nimf (Killer bug of RBHE) en
ze zaten niet te ver (30 cm) uit elkaar. De zwaarte van de bovenste hing af
van de diepte van het water en van de stroomsnelheid. Ik heb ook nog met
spiders gevist en gevangen. Dat was toen de forel hoog in het water stond
maar niets meer droog pakte. Ik had nog een eendekontje aan mijn leader dat
gepakt werd toen het gezonken was: spidertime.
Vooral de vlagzalmen die we
gevangen hebben waren mooi. Mijn grootste was 35 cm en die ving ik de
laatste dag.
![]() ![]() ![]() |
Kennelijk moet je op een
rivier(tje) wennen om beter te gaan vissen. Die laatste dag viste ik met
mijn zevenvoets splitcane hengel voor een vijflijn. Deze is door Joost Stolk
gebouwd. Ik wierp een meter of drie vlieglijn en daaraan zat een leader van
ook ongeveer drie meter. Daarmee kan je met een zware en een lichte nimf
niet echt lekker werpen. Na de drift legde ik de lijn met de leader en
nimfen schuin stroomafwaarts en met een beweging van mijn arm en pols lagen
de nimfen weer een meter of vijf stroomop. De Kamenice is een linkse rivier
dus meestal moest het met een backhandworp. Vrijwel meteen ging de hengel
omhoog en met zo weinig mogelijk lijn op het water volgde een deaddrift,
waarbij aan het eind de nimfen omhoog kwamen. Vooral de aangepaste
werptechniek werkte heel goed: de hengel werd geladen door de kleefkracht
van lijn en water.
Soms kon je droog vissen.
Meestal tussen 15.00 en 18.00 uur. Een
CDC en hertenhaar (gebonden zoals Hans Weilenmann dat een
keer voorgebonden heeft op onze vliegvisclub) was meestal de enige vlieg die
ook echt gepakt werd. Naar andere vliegen kwamen ze wel kijken maar pakken
ho maar. Als ze stegen ving je zowel vlagzalm als forel.
Het was een mooie week met drie
plezierige vismaten in een mooie omgeving en een gastvrij pension.
Tsjechisch nimfen doe ik nog steeds niet maar ik heb in de loop van de week
mijn nimftechniek wel aangepast aan de omstandigheden. Er vlogen vrij veel
waterspreeuwen, maar een ijsvogel heb ik niet gezien, dus dat is een goede
reden om nog eens terug te gaan.